Het gebeurt bijna elke fotograaf: je staat op het punt om een grote opdracht te doen en ineens slaat de twijfel toe. Je voelt je onvoorbereid, onzeker, en vraagt je af waarom iemand jou in hemelsnaam heeft ingehuurd. Herkenbaar? Je bent niet alleen!
Dit gevoel, bekend als imposter syndrome, is iets waar veel creatieve ondernemers mee worstelen. In deze blog duik ik dieper in dit onderwerp en deel ik praktische tips om ermee om te gaan.
Luister naar de podcast-aflevering van deze blogpost:
Wat is imposter syndrome?
Imposter syndrome is een psychologisch fenomeen waarbij je je eigen kwaliteiten niet kunt erkennen. Je hebt het gevoel dat je alles maar faked en dat je vroeg of laat door de mand valt.
Dit zijn enkele veelvoorkomende kenmerken:
- Het gevoel dat je succes te danken is aan geluk in plaats van je eigen vaardigheden.
- Angst om door anderen ontmaskerd te worden als incompetent.
- Moeite met het vieren van je successen; je maakt ze kleiner dan ze zijn.
- Geen nieuwe dingen durven proberen uit angst om te falen.
- Denken dat anderen jouw werk alleen goed vinden omdat ze “aardig willen zijn” of “er weinig verstand van hebben”.
Klinkt dat bekend?
Je bent niet de enige. Imposter syndrome komt vaak voor onder creatieve professionals zoals fotografen, juist omdat onze industrie zo zichtbaar en competitief is.
Hoe ontstaat imposter syndrome?
Een belangrijk psychologisch mechanisme dat bij imposter syndrome speelt, is de omgekeerde fundamentele attributiefout.
Kort uitgelegd: we beoordelen anderen vaak strenger dan onszelf. Bij jezelf schrijf je fouten toe aan externe omstandigheden (“Ik had gewoon pech”), maar bij succes leg je de oorzaak buiten jezelf (“Het licht werkte toevallig mee”). Dit leidt tot een vicieuze cirkel waarin je jezelf nooit voldoende credits geeft.
Social media versterkt dit gevoel vaak! Je ziet constant het werk van anderen, vergelijkt je eigen werk met de hoogtepunten die zij delen, en voelt je minder goed dan je collega’s.
Wat je niet ziet, is dat anderen net zo goed naar jou kunnen opkijken.
Dat klinkt dus allemaal niet heel erg nuttig of helpend, en veel fotografen willen er vooral vanaf komen.
Maar ik zou je stiekem niet aanraden om daar alles aan te doen.
Waarom je niet volledig van imposter syndrome af wilt komen
Interessant genoeg kan een beetje twijfel gezond zijn. Onderzoek wijst uit dat mensen die nooit twijfelen aan zichzelf vaker fouten maken en minder empathisch overkomen. Twijfel kan je uitdagen om kritisch te blijven en jezelf te blijven ontwikkelen. Het doel is dus niet om volledig van imposter syndrome af te komen, maar om er beter mee om te gaan.
Wat kun je doen om minder last te hebben van imposter syndrome?
Ik heb zelf jarenlang geworsteld met deze gevoelens, maar inmiddels heb ik manieren gevonden om ermee om te gaan. Hier zijn vijf strategieën die mij enorm hebben geholpen:
1. Vertrouw op feiten in plaats van emoties
Wanneer ik twijfel, herinner ik mezelf aan de data: het aantal tevreden klanten dat ik heb geholpen, de positieve reviews die ik heb ontvangen, en het feit dat ik al tien jaar succesvol fotograaf ben. Dit concrete bewijs helpt me om mijn onzekerheden in perspectief te plaatsen.
2. Werk aan je zwakke punten
Ik voelde me bijvoorbeeld jarenlang onzeker over werken met kunstlicht (soms nu nog wel eens). En in plaats van het ontwijken van situaties waarin deze onzekerheden aan het licht zouden komen, ben ik ze juist op gaan zoeken! Ik ben flitsworkshops gaan volgen, heb vrij werk gemaakt in allerlei moeilijke omstandigheden die ik zelf nooit zou uitkiezen, en meer. Zo bouwde ik stap voor stap meer zelfvertrouwen op in deze gebieden.
Zoek uit waar jouw grootste onzekerheden liggen, en ga ze opzoeken! Probeer je skills op die vlakken te verbeteren zodat je onzekerheden minder groot worden.
3. Leid jezelf af op kritieke momenten
Vlak voor een grote opdracht probeer ik niet te blijven hangen in mijn hoofd. Ik weet dat ik in de auto op weg naar de shoot het meest onzeker ben, dus op dat moment leid ik mezelf af door een leuke podcast uit te zoeken. Zo voorkom ik dat ik mezelf blijf overladen met nieuwe inspiratie, wat mijn brein alleen maar chaotischer maakt.
4. Accepteer dat het erbij hoort
Ik heb geleerd dat imposter syndrome nooit helemaal verdwijnt. Zelfs na tien jaar ervaring voel ik het nog! Het verschil is dat ik nu weet dat dit gevoel tijdelijk is en niets zegt over mijn werk. Ik lach erom en zeg tegen mezelf: “Prima dat je dit zo voelt, maar ik weet dat ik het kan. In die 10 jaar tijd is het nog nooit niet goed gekomen.”
5. Maak een ‘trots-folder’
Bewaar een map op je computer of telefoon met positieve reviews, je mooiste foto’s en projecten waar je trots op bent. Op momenten van twijfel kun je deze folder erbij pakken om jezelf eraan te herinneren waartoe je in staat bent.
Conclusie: Iedereen doet maar wat
Het belangrijkste om te onthouden is dat niemand alles weet of kan! Twijfel is normaal, zelfs gezond, zolang het je niet tegenhoudt. Gebruik je onzekerheden als motivatie om te groeien en blijf je focussen op het geweldige werk dat je doet.
Want geloof me, je klanten hebben jou niet voor niets gekozen.
add a comment
+ show Comments
- Hide Comments