Objectieven met een groot diafragma zijn vaak favoriet bij fotografen. Ook ik ben er gek op en fotografeer bijna altijd op het grootst mogelijke diafragma. Vaak is dit f/1.8. Het levert prachtige, zachte resultaten op, maar het is niet gemakkelijk. Je komt al snel met vele onscherpe foto’s thuis. Hoe zorg je ervoor dat je wél scherpe foto’s maakt?
Zet je diafragma niet altijd helemaal open
Dat je f/1.8 kunt gebruiken, betekent niet dat het ook altijd de beste keuze is. Het liefst wil je natuurlijk optimaal gebruik maken van de voordelen van het grote diafragma. De mooie aflopende scherpte, de zachte sfeer.. Maar dat effect is ook best te bereiken als je je diafragma een stapje kleiner zet. Bij f/1.8 is het veld dat scherp is zó klein, dat je bijna mazzel moet hebben als je de scherpte precies op de ogen gelegd krijgt. Het gebeurt dus regelmatig dat je als resultaat met onscherpe foto’s thuis komt, waarbij de focus net verkeerd ligt.
De meeste lenzen presteren het best als je ze een of twee stops boven hun maximale opening gebruikt. Probeer je diafragma eens op f/2.8 in te stellen. Je zult zien dat je nog steeds profiteert van de mooie effecten en dat het scherpstellen wat makkelijker gaat.
Kies je eigen scherpstelpunt
Als je het scherpstellen aan de camera overlaat is de kans klein dat het goed komt. Bij een klein diafragma kom je er nog wel mee weg, maar bij f/1.8 moet je wel heel erg geluk hebben willen de ogen er scherp op komen. Kies daarom altijd je eigen scherpstelpunt als je met een groot diafragma werkt.
Heeft je camera een eye-tracking functie die goed werkt? Dan kun je deze ook eens uitproberen.
Stel scherp op het dichtstbijzijnde oog
Om zeker te weten dat je ten minste één scherp oog in je foto terug zult zien, kun je het beste ook daadwerkelijk op één oog scherpstellen. Het lijkt gemakkelijker om een groot scherpstelvlak te kiezen en deze ergens rond de ogen (op de neusbrug) scherp te stellen, maar de kans is dan groot dat de scherpte er toch net naast ligt. Kies daarom een kleiner vlak en richt deze op het dichtstbijzijnde oog.
Zorg dat je stevig staat
Het scherpe gebied is bij een groot diafragma heel erg klein. Zo klein, dat als je een klein beetje naar voren leunt, het gebied al verplaatst en je onderwerp ineens niet meer scherp is. Zorg dus dat je stevig op je plaats blijft staan bij het scherpstellen en het maken van de foto.
Oefen, oefen, oefen!
Tja, verder zit er helaas niets anders op dan heel veel oefenen! Ik schiet haast altijd met een groot diafragma, omdat ik de resultaten zo prachtig vind. Dat heeft me flink wat oefenen gekost, vooral het handmatig scherpstellen is een handigheidje wat je onder de knie moet krijgen. Maar geloof me, uiteindelijk kun je dit in je dromen!
Werk jij ook graag met een groot diafragma?